“Wat ben jij een klier! Doe je schoenen van de bank! Jij moest beter weten! Als jij er niet mee ophoudt dan…….”
Je kent het wel. Je bent moe of bezorgd of gaat ergens onder gebukt. Je gaat even op de bank zitten en je kind wil met je spelen of met je praten. Jij wilt even rust.
Laten we het voorbeeld beter bekijken. Een moeder zit op de bank en wil even rust, ze is moe.
Als het gedrag van je kind onaanvaardbaar wordt voor jou, als ouder, omdat het in botsing komt met jouw recht op je eigen behoeften, namelijk even rust, dan ligt het probleem bij jou. Om dat duidelijk te maken aan het kind moet de moeder een juiste aanpak of code kiezen. Voor een ouder die moe is en geen zin heeft om te spelen of te praten met zijn kind, zou die aanpak er zo uit kunnen zien:
Ouder is moe en zegt: “Ik ben moe.” Zo geeft de ouder een ik- boodschap en geeft aan wat er met de ouder aan de hand is.
Maar als de ouder de code neemt die jij-gericht is dan gebeurt het volgende:
Ouder is moe en zegt tegen het kind: ‘Hou eens op, je bent een klier.’
Wat opvalt is het volgende. Het werkelijke gevoel van de ouder is vermoeidheid. Een duidelijke boodschap zou dan zijn ‘Ik wil niet met je spelen, want ik ben moe ,of ‘Ik wil graag even uitrusten.’
Dat geeft het gevoel van moeder beter weer. Een jij-boodschap geeft niet het gevoel van de ouder weer, maar slaat meer op het kind.
Wat gebeurt er bij het kind?
Bij de jij-boodschap : “Jij bent een klier”, zal het kind iets denken als ‘Ik ben stout’, of ik doe het niet goed. Hier hoort het kind een beoordeling over hemzelf.
Bij de ik-boodschap: ‘Ik ben erg moe’, zal het kind iets denken als moeder is moe. Hier stelt het kind een feit vast over de moeder, namelijk ze is moe.
Dus, ik-boodschappen zijn veel effectiever en roepen veel minder weerstand op. Als je je kind eerlijk zegt welke uitwerking zijn gedrag op jou heeft is dat voor hem veel minder bedreigend.
Hoe reageer je zelf?
Bekijk eens hoe duidelijk het verschil in reactie van een kind is op de volgende twee boodschappen van een ouder, nadat het kind hem een schop heeft gegeven.
‘Au dat deed echt pijn. –Ik houd er niet van om geschopt te worden.’
Het kind hoort wat je voelt als ouder, dat is een feit en daar heeft hij geen weerwoord op. De verantwoordelijkheid voor het veranderen van gedrag leg je bij het kind. Je vertrouwt erop dat hij de situatie aan kan. Je hoeft het kind niet te zeggen wat hij moet doen. Zo geef je hem de mogelijkheid om zich constructief op te stellen.
‘Wat ben jij een stoute jongen. Je mag niet zo gemeen schoppen.’
Bij deze formulering hoort het kind dat hij stout is en dat hij het niet meer mag doen. Er is een beoordeling over hem uitgesproken, hij doet het niet goed. Hier kan hij tegenin gaan en zich hevig tegen verzetten.
Herken je dit gesprek?
Ouder: ‘Je vergeet de laatste tijd vaak je bord op te ruimen na het eten.’
Kind: ‘Dat doe jij ook niet altijd.’
Ouder: ‘Dat is wat anders. Ik heb nog meer te doen in huis. Ik moet altijd de rommel achter je opruimen.’
Kind :’Ik heb geen rommel laten liggen.’
Ouder: ’Jij bent net zo erg als de anderen, dat weet je best.’
Kind: ‘Jij denkt zeker dat iedereen perfect is.’
Deze gesprekken eindigen bijna altijd in ruzie. Hoe komt dat toch? Lees het maar eens terug, om beurten verdedigen ze zich of beschuldigen ze elkaar.
Heb jij die moed?
Bij het geven van ik-boodschappen is de kans op ruzie minder groot. Dat betekent niet dat je nooit meer ruzie hebt met je kinderen.
Maar probeer het eens uit.
Er is wel wat moed voor nodig om een ik-boodschap te geven, maar de resultaten zijn zeker de moeite waard.
Die moed is nodig omdat je gaat aangeven hoe je je werkelijk voelt. Je laat de ander weten dat je als mens het vermogen hebt om je gekwetst te voelen, of bang of teleurgesteld te zijn.
Iemand die zijn gevoelens uit, geeft zich ‘bloot’ aan de ander en tegelijkertijd leef je je kind voor hoe hij het ook zou kunnen doen. Wat een mooi voorbeeld geef je als ouder mee aan je kind!
Als je als ouder en kind leert om eerlijk en open tegenover elkaar te staan en elkaar laat zien hoe het werkelijk met je gaat, zal de ander veel beter luisteren naar wat jij wilt. En dat geldt natuurlijk voor ouder en kind.
Probeer het uit en ervaar zelf hoe je kind beter naar je zal luisteren.